Nieuwsbrief 41, 2017
Publicatiedatum: vrijdag 29 september
2017.
NVOG wil verdere stappen nemen om overleg over toekomstig
pensioenstelsel vlot te trekken.
Organisaties van gepensioneerden:
“MSR uitweg voor pensioen na vastlopen overleg sociale partners”
De koepels van organisaties van gepensioneerden KNVG en
NVOG vinden dat het tijd wordt dat organisaties van
gepensioneerden en ouderen betrokken worden bij de vastgelopen
discussie over de pensioenen. Nu de sociale partners er niet
uitkomen vinden de koepels dat zij verantwoordelijkheid moeten
nemen om, in samenwerking met sociale partners en jongeren, een
eerste stap te zetten om tot een oplossing te komen. Om de
impasse te doorbreken willen KNVG en NVOG met de sociale
partners en de jongeren onderzoeken wat de consequenties voor de
verschillende generaties zijn bij de invoering van de zogeheten
‘macrostabiele rentevoet’ (MSR) als alternatief voor de veel
verguisde risicovrije rente (RTS).
De MSR biedt voor werkenden/jongeren en gepensioneerden een
evenwichtige oplossing zowel voor toekomstige als voor bestaande
pensioenregelingen. De MSR is eerder al door de SER, de sociale
partners, de pensioenfederatie en pensioendeskundigen
geadviseerd voor zowel de berekening van de premie als voor de
verplichtingen.
MSR. De macro stabiele
rentevoet kan de huidige risicovrije rente (de huidige
rekenrente) vervangen, die tot instabiliteit en een hogere kans
op korting leidt en waarover al jaren discussie is. De MSR wordt
berekend op basis van een verwacht portefeuille rendement onder
aftrek van de loon-/prijsinflatie. De bepaling van dit verwachte
rendement en de loon-/prijsinflatie dient dan wel objectief te
worden vastgesteld op basis van het advies van de door de
overheid ingestelde commissie parameters. Dit past goed in de
gedachte dat pensioenuitkeringen niet zeker en derhalve ook niet
risicovrij zijn, maar wel zo stabiel en waardevast mogelijk
moeten zijn. De huidige risicovrije rente biedt deze stabiliteit
en waardevastheid niet.
Hantering van de MSR leidt naar het oordeel van de
ouderenorganisaties tot meer stabiele uitkeringen in zowel het
bestaande als een toekomstig pensioenstelsel, voorkomt onnodige
kortingen, leidt tot een betere inflatiebescherming en maakt een
mogelijke transitie naar een nieuw pensioenstelsel eenvoudiger
en transparanter.
Toekomstbestendig pensioen.
Dat er aanpassingen van het pensioenstelsel nodig zijn, nu het
huidige stelsel niet goed functioneert, wordt ook door de
gepensioneerden onderschreven. Zij ervaren, net als de werkenden
die nog een pensioen opbouwen, dat de huidige regels leiden tot
achterblijvende inflatiecorrectie (indexatie) en volstrekt
onvoldoende opbouw om straks een goed pensioen te krijgen.
Daarom willen zij actief meewerken aan nieuwe modellen en
voorstellen doen voor nieuwe oplossingen. De organisaties van
gepensioneerden komen op voor de belangen van 3,5 miljoen
gepensioneerden, maar ook voor de belangen van de komende
generaties die net zo goed recht hebben op een goed pensioen.
Met de invoering van MSR zijn niet alle problemen in
pensioenland opgelost, maar wel een heel belangrijke. Invoering
van MSR is niet alleen een eerste belangrijke stap, maar ook
voorwaarde om herstel van vertrouwen mogelijk te maken. En dat
vertrouwen is nodig, wil een aanpassing van het stelsel kans van
slagen hebben. De discussie over de pensioenen tussen de
vakbonden en werkgevers is vastgelopen. De organisaties van
gepensioneerden achten de tijd gekomen dat sociale partners,
jongeren en de overheid met hen rond de tafel gaan zitten om het
voorstel tot hantering van de MSR te onderzoeken en te komen tot
een breed maatschappelijk gedragen akkoord. Zo’n akkoord is goed
voor alle generaties en voor Nederland.
Lees ook de tekst van de
brief en de
bijlage die aan de Tweede Kamer is gestuurd.
Het e-consult
Het NIVEL (het Nederlands instituut
voor onderzoek van de gezondheidszorg) doet regelmatig onderzoek
naar zaken op het gebied van eHealth. Recent publiceerde NIVEL
over de ervaringen van patiënten en zorgverleners op het gebied
van e-consult. Voor ons een goede reden om er een paar woorden
aan te wijden.
Wat is een e-consult?
In feite niet meer en minder dan het
stellen van een medische vraag via een website of e-mail aan de
zorgverlener, veelal de huisarts of een medische specialist.
Hoe bekend is het e-consult?
Zo’n 60% van de huisartsen en ook een
groeiend percentage van de medisch specialisten biedt u de
mogelijkheid om online vragen te stellen. Toch is de kans niet
zo gek groot dat u wel eens van het e-consult heeft gehoord.
Laat staan dat u er zelf gebruik van heeft gemaakt.
Door de zorgverleners wordt (te)
weinig aandacht aan het e-consult gegeven. De mogelijkheid wordt
geboden, maar er wordt vaak niet over gesproken of nadrukkelijk
naar verwezen. Terwijl het e-consult een mooie vorm van
communicatie met de patiënten kan zijn. Niet in plaats van het
face to face contact, maar ernaast, zoals ook het telefonisch
consult.
Waarom zou u het e-consult
gebruiken?
De meerwaarde van een e-consult is dat
u op het moment dat het u uit komt een vraag aan uw zorgverlener
kunt stellen. Een vraag die u anders tijdens de reguliere
openingsuren van de huisartsenpraktijk telefonisch moet stellen,
waarbij u afhankelijk bent van de beschikbaarheid van de
huisarts of een praktijk-assistent met verstand van zaken.
Het e-consult biedt u ook de
mogelijkheid om in alle rust uw vragen te formuleren.
Wanneer de zorgverlener het goed
organiseert heeft u binnen een afgesproken tijdsbestek, vaak 24
tot 48 uur, antwoord. De zorgverlener mailt, maar kan er ook
voor kiezen om u te bellen of u uit te nodigen voor het
spreekuur.
Wanneer kunt u het
e-consultgebruiken?
Denk aan vragen over uw
medicijnengebruik, vragen over leefstijladviezen, vragen over
(uitslagen) van een onderzoek, vragen over een eerder (ook face
to face ) consult en zaken die te maken hebben met controle bij
chronische aandoeningen.
Niet geschikt zijn spoedeisende zaken,
(fysieke) klachten waarbij mogelijk lichamelijk onder zoek nodig
is en emotionele problemen.
Hoe verder?
Van uw kant gewoon eens proberen als
de situatie zich daarvoor leent. De zorgverlener moet u
inspireren om van het e-consult gebruik te maken. Het zou jammer
zijn wanneer deze eHealth toepassing niet goed van de grond
komt.
De zorgpremie en het eigen risico
In de nieuwsbrief van vorige week hebben wij enige informatie en
commentaar gegeven over /op de begroting 2018 van het Ministerie
van VWS. Wij waren daarin ook pessimistisch over de ontwikkeling
van de nominale premie.
Afgelopen dinsdag werd in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer op
verzoek van de (vermoedelijk) komende regeringspartners met
spoed een bijzonder wetsontwerp over het eigen risico en de
nominale zorgpremie aangenomen. Met de tegenstem van de gehele
oppositie werd het handhaven van het eigen risico op € 385 en
een geringe verhoging van de premie goedgekeurd.
Echter de zorgverzekeraar DSW, als kleinste zorgverzekeraar
bijna uitsluitend werkzaam voor individuele cliënten (zij kennen
ook geen collectiviteit kortingen!) in de omgeving van
Rotterdam/Schiedam, kondigde aan dat zij de premie met € 0,50
per maand zouden verlagen (na een forse verhoging in 2017
met 10%!) en het eigen risico met € 10 per jaar zouden verlagen.
Dit terwijl zij halverwege het jaar nog publiceerden over 2016
op een totaal van nominale premies van € 458 miljoen (2 % van de
totale nominale premies in Nederland!) een verlies van € 50
miljoen te hebben en dit hadden gedekt uit hun reserves!
Uiteraard komt hun besluit positief over naar de markt maar of
de grote zorgverzekeraars dat kunnen en willen volgen, nadat hun
reserve in de laatste jaren enorm zijn gedaald, valt te
betwijfelen. Dit blijkt ook nog eens uit een publicatie van het
branche rapport 2017 van de Algemene ziekenhuizen in Nederland
waarin werd gesteld dat door de toename van de groei van het
aantal patiënten en de daardoor hogere kosten er nagenoeg geen
ruimte meer is om te investeren in noodzakelijke vernieuwingen
in de ziekenhuizen. Maar Chris Oomen, de algemeen directeur,
heeft wel veel reclame hiermee gemaakt voor DSW!
Wij verwachten dat de het nieuwe kabinet in het komend jaar veel
nadacht zal besteden aan de financiering en toegankelijkheid van
zowel de curatieve als langdurige zorg. Wij zullen dit uiteraard
volgen en daar invloed op trachten te hebben.
|