Nieuwsbrief 42, 2017.
Publicatiedatum: vrijdag 6 oktober 2017.
Geachte lezer, in deze nieuwsbrief bieden wij u een bijdrage aan
van mevr. R. Matthijsen die voor NVOG in Lissabon een
conferentie over ouder worden bijwoonde alsmede een artikel met
commentaar van de commssie zorg over een aantal zaken die
momenteel in de zorgsector spelen.
Houdbaarheid van de samenleving voor alle generaties.
“ A sustainable Society for all Ages”
UNICE Ministerial Conference on
Ageing. (Lisbon - 21st and 22nd Sept. 2017)
Inleiding
Het ouder worden van de populatie, hoofdzakelijk in onze
westerse wereld, is in de tegenwoordige tijd een van de grootste
uitdagingen. Het eist een gezamenlijk antwoord van ons allen: de
overheden, beleidsmakers en de burgers. In 2002 werd in Madrid
een “International Plan of Action on Ageing” (MIPAA) door
alle Europese en een aantal buiten-Europese landen aanvaard met
een tiental commitments t.o.v. de houdbaarheid van onze
samenleving voor alle generaties. De landen verplichtten zich
ook om de zoveel jaren een implementatie rapport te presenteren,
“Regional Implementation Strategy (MIPAA/RIS)”, over wat zij tot
nu toe bereikt hebben en wat hun strategie voor de toekomst is.
Deze rapportage vond nu voor de 4e keer plaats in het kader van
de UNECE (United Nations Economic Commission for Europe)
Ministeriële Conferentie. Gastheer was Portugal.
Verslag.
De lidstaten rapporteerden over de ontwikkelingen in hun landen
over de 4 prioriteiten uit het MIPAA akkoord die waren
vastgelegd in de derde UNECE Ministeriele Conferentie in Wenen
in 2012. Deze vier prioriteiten waren:
1. langere participatie op de arbeidsmarkt 2. Non
discriminatie en het erbij horen van ouderen in onze
samenleving. 3. Stimuleer en garandeer een zelfstandig en gezond
leven ook op latere leeftijd 4. Bevorder de solidariteit tussen
de generaties.
1. Langere participatie op de
arbeuidsmarkt
Uit de bijdragen werd duidelijk dat
alle lidstaten met dezelfde uitdaging te maken hebben. De
statistiek laat zien dat tegen 2030 meer dan 1/5 van de mensen
binnen de ECE regio 65 en ouder zal zijn.
De noodzaak om zo lang mogelijk te participeren op de
arbeidsmarkt werd door alle landen beaamd, evenals de noodzaak
daartoe het potentieel, de kennis en de ervaring van oudere
medewerkers te erkennen en te benutten, en het positieve imago
van ouderen te bevorderen.
Maar dit vraagt om een aangepaste strategie op de arbeidsmarkt,
vooral ook het bevorderen van en toegang geven tot “ life long
learning”, een intensievere en effectieve consultatie tussen
alle partijen op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Men moet
beter voorbereid zijn op een zich sterk veranderende
arbeidsmarkt op grond van de zich snel en ingrijpend
ontwikkelende technologie. Noorwegen gaf aan dat in de komende
jaren ca. 25% van de huidige arbeidsplaatsen in hun land niet
meer nodig zullen zijn.
Ook de vertegenwoordiger van de ILO benadrukte sterk de noodzaak
om tot een flexibele arbeidsmarkt te komen ook t.o.v.
pensioenen. Wij moeten meer een levenscyclus benadering
ontwikkelen, hetgeen in de scandinavische landen al volop in
ontwikkeling is. Veel landen zijn bezig de pensioenleeftijd
langzaam te verhogen maar ook de financiële houdbaarheid van de
pensioenen nadrukkelijk onder de aandacht te brengen. Hierbij
hoort ook het afschaffen van de ongelijkheid tussen mannen en
vrouwen.
2. Non-discriminatie en het erbij
horen in onze samenleving en
3.Zelfstandig en gezond leven.
Benadrukt werd ook de positieve
bijdrage die ouderen zowel aan de economie alsook aan de
maatschappij geven. Als consumenten stimuleren zij innovatie en
dragen bij nieuwe markten in de “silver economy” te doen
groeien. Zij geven hun bijdrage als vrijwilligers in de
maatschappij en in hun families en zijn een belangrijke factor
in een houdbare en inclusiefmaatschappij van alle leeftijden.
Waardig ouder kunnen worden is
een belangrijk onderdeel van de MIPAA. Dit betekent dat de
rechten van allen beschermd moet worden, dat ouderen ten volle
in de maatschappij kunnen participeren en niet door speciale
wetgevingen of programma’s gediscrimineerd worden. Innovatie,
dienstverlening en nieuwe technologieën moet het mogelijk maken
voor ouderen om langer in hun vertrouwde omgeving te kunnen
blijven wonen.
Deze conferenties dienen er ook toe dat landen en organisaties
van elkaar kunnen leren, door ervaringen en voorbeelden uit te
wisselen. Het beleid met betrekking tot ouder worden en de
implementatie hiervan moet worden gezien als een
gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van alle partijen in de
maatschappij. Er is een noodzaak tot effectieve samenwerking
tussen de overheden, onderzoekers, de sociale partners en NGO’s.
4. Solidariteit tussen de
generaties.
De voorzitter van het Europees Jeugd
Forum beaamde de noodzaak tot intensieve communicatie tussen de
generaties. Er is een tendens, ook door de media aangewakkerd,
om de jonge tegen de oude generatie uit te spelen. Hij pleit
voor een UN charter dat de rechten van jong en oud zou moeten
vastleggen.
Het was duidelijk dat de demografische ontwikkeling in de
komende jaren een uitdaging voor alle ECE landen zal zijn. Een
gemeenschappelijke benadering, uitwisseling van good practice,
tussen alle instanties is essentieel. Ook de noodzaak tot
communicatie en samenwerking met de jongere generatie werd door
alle partijen zeer sterk beaamd. Een her-definiëring met name
door wetenschappers van “wat is oud” werd sterk benadrukt.
Slot
Wij, NGOs en AGE platform Europe,
hadden de hoop dat de MIPAA / Ministerial Declaration in het
slotcommuniqué benoemd zou worden als “Convention”. Dit zou een
minder vrijblijvend karakter naar de landen toe hebben. Helaas
zijn de Ministers bij de “Declaration” gebleven. Maar de
afgelopen jaren laten zien dat de bepalingen van de MIPAA
in toenemende mate het beleid van de overheden beinvloeden.
De drie aanbevelingen voor de komende
4 jaren voor de volgende RIS (reporting on the Regional
Implementation Strategy) zijn:
1. Het potentieel van oudere mensen te
onderkennen en te waarderen.
2. Een langer arbeidsleven te
stimuleren en de mogelijkheden hiertoe te bevorderen.
3. Een waardevol ouder worden te
garanderen.
R. Matthijsen
NVOG (International Affairs)
Member of the Council of
AGE platform Europe
Notities over de zorg.
De zorgcommissie heeft voor deze nieuwsbrief een drietal
kanttekeningen opgesteld, die wij hieronder graag aan u
doorgeven.
1. Het Zorginstituut heeft geadviseerd om, als men kiest
voor thuisverpleging i.p.v. verpleging in een verpleeghuis, de
kosten van de verpleging geheel ten laste van de Wet Langdurige
Zorg te brengen en niet meer gedeeltelijk onder de
Zorgverzekering. Ongeveer 30% van de 287.000 patiënten die
langdurige zorg ontvangen, hebben gekozen voor verpleging thuis
en vallen hieronder. Een goed advies dat hopelijk door de
regering wordt opgevolgd. Veel patiënten die thuisverpleging al
hebben, weten dikwijls niet waar zij aan toe zijn en tot wie men
zich moet wenden om de zorg te ontvangen en gefinancierd te
krijgen!
2. De Wet Maatschappelijke
Ondersteuning (WMo) wordt uitgevoerd door de gemeente waar men
is ingeschreven en de wijkverpleging thuis wordt gefinancierd
uit de zorgverzekering. Dat werkt niet goed. Een meerderheid van
de wijkverpleegkundigen (65%!) heeft meegemaakt dat gemeenten
cliënten die vragen om hulp uit de WMO weleens afschuiven op de
wijkverpleging. Daardoor krijgen de nu al overbelaste
wijkverpleegkundigen extra werk op hun schouders die volgens de
afspraken die zijn gemaakt, door de gemeente moet worden
geregeld. De samenwerking tussen de gemeente en de wijkteams
waar de wijkverpleegkundige is opgenomen laat nogal eens te
wensen over. Men vergeet dat het om patiënten/cliënten gaat en
niet om wie de zorg moet betalen! Daar moeten oplossingen voor
gevonden worden enwij vinden dat de gemeente daarin het voortouw
moet nemen! (bron: NIVEL-rapport, evaluatie van de
wijkverpleging).
3. Uit een onderzoek van Gupta
Strategists blijkt dat 46% van de zorg die in het ziekenhuis
plaats vindt, ook en beter thuis kan plaatsvinden! Dat zou de
ziekenhuiskosten (en dus als gevolg daarvan ook de zorgpremie!)
aanmerkelijk doen verlagen. De eerste en belangrijkste barrière
om dit te veranderen zit in de mensen zelf. Het gaat hierbij
zowel om zorgprofessionals en medisch specialisten als om de
patiënten zelf. Hun vaardigheden en manier van denken zijn
gericht op zorg verlenen en ontvangen in het ziekenhuis. Volgens
de onderzoekers heerst er nog veel koudwatervrees, omdat de
verplaatsing van zorg uit de omgeving van het ziekenhuis om een
ingrijpende verandering in de werkwijze, cultuur en mentaliteit
in de zorg vraagt. Het organiseren van zorg thuis kan een stuk
complexer zijn dan in het ziekenhuis en vraagt om samenwerking
tussen verschillende zorgverleners en organisaties. Bovendien
vereist het ook nieuwe vaardigheden van de individuele
zorgverlener zoals het coördineren van zorg. Momenteel is er nog
te weinig aandacht voor het aanleren van deze nieuwe
vaardigheden.
Wij hebben al eerder geschreven dat er grote veranderingen in de
organisatie en structuur van de curatieve zorg moeten
plaatsvinden wil deze zorg betaalbaar, toegankelijk en
kwalitatief goed blijven. Wij hopen en verwachten dat de
zorgsector maar ook de politiek deze adviezen van Gupta
Strategists goed tot zich laat doordringen en maatregelen gaat
voorbereiden. Maar ook de huidige en toekomstige
patiënten/cliënten moeten zich op dit soort veranderingen gaan
voorbereiden, want uiteindelijk gaat het om behoud van goede en
betaalbare zorg!
|