De EPC was gehuisvest op de vierde etage van het Elseviergebouw dat eigenlijk een verzameling grachtenpanden was, gelegen tussen Spuistraat en het Singel. Om deze verzameling panden naar buiten toe een eenheid te laten lijken, was er een moderne gevel voorgebouwd en de naam ELSEVIER prijkte in goud hoog op de gevel. Boven de ingang was een leuk beeldje van een lezend manneke aangebracht. De EPC was eigenlijk het ondergeschoven kind van de zeer succesvolle NV Uitgeversmaatschappij Elsevier, de moedermaatschappij, met uitgaven als de Winkler Prins, Elseviers Weekblad en auteurs als o.a. Jan de Hartog, Godfried Bomans. We zaten er onder de hanenbalken met afgedankt meubilair aan veelal houten bureaus maar o zo gezellig. Het bestaansrecht van de EPC was nog onzeker: we moesten ons nog bewijzen. Op dat moment waren we met 25 werknemers en we gaven zes tijdschriften uit en een groot aantal boeken. Ton had een grote kamer aan de Singelkant waar ik dagelijks de post kwam opnemen. Op 1 juni van dat jaar kwam Louk Bergmans, zoon van PB, de gelederen bij de verkoopafdeling versterken als assistent van Ton. Al gauw ging ik dus ook voor Louk werken. Een hoogtepunt later die maand was de geboorte van het eerste kind van Ton en Constans: Hans. Ik ging met de pet rond om een passend cadeau te kopen. Na veel aandringen kreeg ik een foto van Hans te zien, maar de heer Boogers (jarenlang zei iedereen u en juffrouw/meneer tegen elkaar!) vond het maar een lelijk kind, waar ik het helemaal niet mee eens was. Het was een lange baby, dat wel! Een ander hoogtepunt was de Frankfurter Buchmesse waar de hele Elsevier-staf naar toe ging, incl. Ton natuurlijk als verkoopleider. Ik verwijs graag naar Tons boek “Herinneringen” waar we kunnen lezen hoe hij werd belast met de organisatie en zelfs met het laten vervaardigen van een eigen stand. Die kreeg veel bewondering en zelfs navolging. Maar in woorden kreeg Ton maar weinig waardering voor deze eigenlijk zeer specialistische werkzaamheden. Men vond het al gauw gewoon dat Ton dit allemaal naar behoren opknapte!
Na de Buchmesse 1959 bracht Ton een cadeautje voor me mee. Wel zei hij er uitdrukkelijk bij dat ik dit vooral niet moest verwachten na iedere reis. Pas later begreep ik dat dit eigenlijk een afscheidscadeautje was. Toen werd namelijk bekend gemaakt dat de heer Boogers hoofd zou worden van de productieafdeling. Zo verloor ik Ton haast geruisloos als baas, maar gelukkig bleven we toch altijd contact houden. Ik kon ook altijd bij hem terecht voor advies. Vooral toen PB mij de functie van hoofd abonnementenadministratie aanbood, ging ik bij hem te rade. Toen ik de advertentieacquisitie ging doen voor onze tijdschriften, kon ik altijd bij Ton terecht als er iets was met drukkers, vooral toen we meer en meer gingen doen met Krips in Meppel en met vierkleurendrukwerk.
Ik ben heel blij met Tons “Herinneringen”, waarin hij uitgebreid ingaat op alle nieuwe ontwikkelingen op het gebied van drukken en uitgeven. Wat is er in korte tijd geweldig veel veranderd en hoe belangrijk is het niet dat iemand dit zo minutieus heeft vastgelegd. Een waar tijdsdocument! Chapeau, Ton!